De Thais zijn een proper volk, maar hun toiletgewoonten zijn nogal afwijkend van de westerse. Alleen in de op westerlingen gerichte guesthouses en hotels vindt je 'zit-toiletten' zoals wij gewend zijn, kompleet uitgerust met toiletpapier. In alle andere gevallen moet je naar een Thais toilet, en dat is een 'hurk-toilet': een porceleinen bak met een gat en twee porceleinen 'voetstappen' waarop je je voeten zet; vervolgens ontdoe je je van de onderkleding, hurk je en doet u waarvoor je gekomen bent. Voor de gemiddelde westerling (en zeker voor wat ouderen onder ons) vergt dat niet alleen enige lenigheid, maar vooral ook oefening, zodat bij het ontbreken daarvan deze in wezen zo simpele onderneming kan ontaarden in een helse nachtmerrie. Het is inderdaad geen feestelijk vooruitzicht om, met je broek op je enkels, achterover te hellen en langzaam maar zeker in het gat te zinken!
Op zo'n Thais toilet ontbreekt bovendien toiletpapier. In plaats daarvan staat er een enorme bak met water en een grote houten lepel, waarmee je met dat water kunt doen wat je anders met toiletpapier zou doen. (Het is ons trouwens een raadsel hoe Thais het voor elkaar krijgen na zo'n 'watersmijt-beurt' met volstrekt droge kleren weer naar buiten te komen - voor ons één van de gootste mysteries van Azië!).
Als je naar de wc moet, en je bent in Bangkok of in een toeristenoord, dan is er altijd wel een goed westers hotel in de buurt waar je even van de faciliteiten gebruik maken kan. |